Foto van Jóska Soós als mijnwerker, 1950
Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, zag Jóska zich genoodzaakt om Hongarije te verlaten. Hij werd echter al snel verplicht tewerkgesteld in Duitsland. Na afloop van de oorlog was de politieke toestand van Hongarije ingrijpend veranderd, en kon hij gedurende vele jaren niet meer terugkeren naar Hongarije. In 1946 kwam hij naar de mijnstad Marcinelle nabij Charleroi, nadat hij enkele maanden in Nederland verbleef. Om als Belg te kunnen worden ingeschreven werkte hij gedurende vijf jaar als mijnwerker.
De duisternis in de mijn raakte Jóska diep. Door zijn bijzondere jeugd was hij vatbaar voor de effecten van deze duisternis en begon hij steeds meer veranderende bewustzijnstoestanden te ervaren. Om deze ervaringen te verwerken begon hij te tekenen, aanvankelijk met grafietstof, dat erg leek op het zwarte stof dat overal in de mijn aanwezig was. Dit moment mag terecht worden aanzien als het startpunt voor zijn latere werk als kunstenaar en sjamaan.
Om zich verder te vormen volgde hij lessen bij enkele kunstenaars in Charleroi: Ben Genaux and Marcel Delmotte, maar later verklaarde hij zichzelf vooral autodidact. In 1950 stelde hij voor het eerst tentoon te Charleroi. Later zouden nog heel wat tentoonstellingen volgen en kreeg hij ook aandacht van de lokale media.
Jóska Soós, "Cabal", 1950 |
Jóska Soós, "Les Amoureuses", 1949 |
Jóska Soós, "Je suis la Résurrection et la Vie", 1950 |
Foto van de artiest aan het werk. |
Colofon
Archief en documentatie:
Monique Franken
Wetenschappelijke redactie &
Website Design:
INTRO Cultuur & Media
Vertaling Hongaars:
Réka Deuten-Makkai
Alle rechten voorbehouden. Noch tekst, noch grafische elementen van deze site mogen zonder toestemming van de auteurs vermenigvuldigd worden.
©2012 door joskasoos.be. Alle rechten voorbehouden.